Et si une part de l’art, spécifique de notre époque, devenait accessible à toutes et tous, gratuitement, dans les bacs des disquaires? Entre le 78 tours et le compact disc, il y a les sixties, seventies et eighties. Les vinyles et leurs covers les plus marquantes datent de cette période bénie justifiant amplement l’ombrage des millennials. Toutes les largesses du monde se concentraient sur les baby boomers. Cette époque fut celle d’un déchaînement de la création. C’est l’époque où les images les plus inventives, ont transcendé l’image de la musique. Dès le début des années 1990 le vinyle est relégué au rayon des reliques. Il est réduit au compact disc avant de s’évaporer dans le streaming. Les années 1960, 70 et 80 auront été trois décennies glorieuses, celles de toutes les expériences, de tous les genres, tant musicaux que graphiques. Il faut dès lors compter sur le talent de créateurs isolés pour que l’image de la musique renoue avec son génie. C’est ce que donne aussi à voir cette expo.
Een tentoonstelling gewijd aan het beeld in de muziek
De platenhoes is een klein bedrukt vierkant met een zijde van iets meer dan 30 centimeter. Klein van oppervlakte maar groot in de harten, zozeer zelfs dat sommige liefhebbers hun favoriete covers inlijsten, en zo een heuse galerij creëren waar ze in één oogopslag hun favoriete nummers reeds kunnen horen. De grafisch ontwerper die een platenhoes bedenkt is in het voordeel ten opzichte van de beeldende kunstenaar die onderworpen is aan de onuitgesproken vooroordelen van galeries en musea, want de grenzeloze creativiteit van de hoeskunst, een genre dat nederig en bescheiden is, jong, fris, onbevangen zo niet vindingrijk, heeft niet de uitdaging om zich te meten met het gewicht van de kunstgeschiedenis. En wat als een deel van de kunst, eigen aan onze tijd, voor iedereen gratis toegankelijk zou zijn in de bakken van de platenzaken? Tussen de 78-toerenplaat en de compact disc liggen de jaren zestig, zeventig en tachtig. Vinylplaten en hun meest opvallende hoezen dateren uit deze gezegende periode en rechtvaardigen ruimschoots de nuancering van millennials. Alle vrijgevigheid van de wereld was gericht op de babyboomers. Het was een tijd van creatieve ontlading. Het was een tijd waarin de meest inventieve beelden het imago van de muziek overstegen. Vanaf het begin van de jaren negentig werd vinyl verbannen naar de plank van de relikwieën. Het werd gereduceerd tot compact discs voordat het verdampte in streaming. De jaren ‘60, ‘70 en ‘80 waren drie glorieuze decennia van alle experimenten, van alle genres, zowel muzikaal als grafisch. Het is dus noodzakelijk een beroep te doen op het talent van de individuele ontwerpers om het beeld in de muziek weer tot zijn recht te laten komen. Dat is wat deze tentoonstelling laat zien.